Wat wisten wij niet? -bestemmingsplan Stationsstraat 30 Nuth

Gemeente Beekdaelen
t.a.v.: het college van B&W
Deweverplein 1
6361 BZ Beekdaelen

Beekdaelen, dinsdag 23 juli 2019

Betreft: bestemmingsplan Stationsstraat 30 Nuth

Wat wisten wij niet?

Geachte college,

Door het raadsbesluit is de bestemming van het perceel naast het pand Stationsstraat 30 Nuth gewijzigd van “agrarisch met waarden” naar bestemming “Centrum”.

Dit besluit is genomen tegen de achtergrond van het in het RV verwoorde voornemen een gebouw te realiseren met een gemengde functie: fysiotherapie, wonen en kantoren. De in de bestaande grote villa toegestane bedrijfswoning is komen te vervallen en zal gerealiseerd worden in de te realiseren nieuwbouw.

Hoewel niet expliciet vermeld of verwoord bestond (bij het raadslid van de PvdA) de verwachting dat de eigenaar van de ‘grote villa’ de aangekondigde nieuwbouw zou realiseren.

Tegen deze achtergrond is het verbazingwekkend, dat het perceel (wellicht met een verhoogde vraagprijs) voor nieuwbouw te koop is en de beoogde nieuwbouw niet door de eigenaar van de grote Villa gerealiseerd zal worden.

Als dit toen reeds gepland was en bekend was bij het College van Nuth, komt het RV in een totaal ander daglicht te staan.

Tegen de achtergrond van het bovenstaande, gaarne antwoord op de volgende vragen:

1. Klopt het, dat het perceel aan de Stationsstraat 30 Nuth, op welk perceel in het Raadsvoorstel van 27 november 2018 van de gemeente Nuth nieuwbouw gepland stond, op dit moment te koop is / verkocht is?

2. Waren de plannen van de perceeleigenaar om te verkopen op 27 november 2018 bekend bij het college van Nuth?

3. Heeft het College van Burgemeester en Wethouders van Beekdaelen overleg gevoerd met de eigenaar van het pand Stationsstraat 30 Nuth over de invulling van het perceel, waarop in het Raadsvoorstel van 27 november 2018 nieuwbouw vermeld stond?

4. Zo ja, welke plannen zijn besproken; door wie te realiseren?

5. In hoeverre mag men afwijken van de ontwerpbebouwing, zoals deze op 27 november 2018 onderdeel was van de beraadslaging?

6. Is het college het met ons eens dat wij dit soort “misleidingen” in de toekomst dienen te voorkomen?

7. Op welke wijze kan het college bij een wijziging van het bestemmingsplan borgen?

Graag zien wij de beantwoording binnen de gestelde termijn tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Pvda Beekdaelen

Lars Kockelkoren