Motie inzake éénmalige financiële bijdrage in het kader van armoedebeleid unaniem aangenomen
Al vóór de coronacrisis groeide één op de negen kinderen op in armoede. Het is hartverscheurend als je je kinderen zonder ontbijt naar school moet sturen. Als ze niet naar het schoolreisje kunnen, omdat er niet genoeg geld is. Als ze niet kunnen sporten of muziekles kunnen volgen.
Voor de coronacrisis en de energiecrisis hoopten we nog dat het aantal kinderen dat opgroeit in armoede zou dalen. Nu zien vrijwilligers de rijen bij de voedselbank toenemen. Het aantal bijstandsaanvragen stijgt, net als de kans op problematische schulden.
We mogen niet accepteren dat de mensen die onze hulp het meest nodig hebben, straks het minste krijgen. Vóór de crisis was het beleid om armoede te bestrijden al onvoldoende. En juist nu nog meer mensen vaste grond onder de voeten dreigen te verliezen, moeten we extra hard ons best doen.
Het is goed om in het stuk te vernemen dat er steeds meer aandacht komt voor maatwerk en de menselijke maat, want iedere situatie is uniek en laat zich niet zomaar in een hokje stoppen. Wij zullen dit blijven monitoren, maar zijn blij dat hier steeds meer en meer aandacht voor komt.
Er is gekozen om 120% van de bijstandsnorm te hanteren, een ophoging naar 130% bij bijzondere bijstand en armoedebeleid (incl. kindregeling) zou een structurele kostenverhoging van ± € 100.000 per jaar betekenen.
Wij moedigen het college aan, om net als in de voormalige gemeente Schinnen, in te zetten op 130% van de bijstandsnorm en vragen het college dit in de komende kadernota op te nemen.
In het voorstel staat dat voor de meeste regelingen 120% van de bijstandsnorm wordt gehanteerd, echter zijn er enkele wettelijke belemmeringen om deze 120% norm toe te passen bij het kwijtschelden van de gemeentelijke belastingen. Wij zouden het college willen vragen om hier extra aandacht aan te schenken en bezien of er, ondanks de beperkingen, mogelijkheden zijn hier de norm ook op 120% te stellen.
Wil iemand in aanmerking komen voor een bijdrage in de ziektekosten, dan kan men via Kompas een zogenaamd “VGZ Zuid-Limburg pakket” afsluiten. Een polis die het eigen risico afdekt en eventuele eigen bijdragen uit de WMO vergoed. Een polis dit ontzettend duur is en daarom enkel interessant is voor mensen met een grote zorgbehoefte.
Dit zou ons inziens breder kunnen, en misschien moeten worden ingezet. Vandaar dat wij het college oproepen om
Ad. 1: te onderzoeken of het mogelijk is om aan alle minima een tegemoetkoming in de kosten van de premie ziektekostenverzekering te verstrekken en wat daarvan de (financiële) gevolgen zullen zijn, daarbij onderverdeeld in
a) minima die van Kompas een maandelijkse uitkering krijgen en
b) “overige” minima zoals mensen met alleen AOW, een andere uitkering, of werkende minima
Ad. 2. te onderzoeken of het mogelijk is om het uitgangspunt dat “VGZ Zuid Limburg
pakket” een voorliggende voorziening is, te laten vervallen. Dat zou betekenen dat
men ongeacht de ziektekostenverzekeraar mogelijk in aanmerking zou kunnen
komen voor bijzondere bijstand in de kosten die niet door de
ziektekostenverzekeraar vergoed worden
Ad. 3. de bevindingen te rapporteren aan de raad in Q1-2023.
Voorzitter,
Als gemeente bieden wij tal van voorzieningen aan gezinnen met een laag inkomen, uit de gegevens blijkt dat de bekendheid van deze voorzieningen relatief laag is en het percentage van aanvragen nog veel lager is.
In voorliggend raadsvoorstel wordt aangegeven dat er ingezet gaat worden op het vergroten van de bekendheid van deze voorzieningen. En dat is natuurlijk prima.
Echter zien wij dat door het pallet aan mogelijkheden voor de burger lastig kan zijn om te kunnen weten welke voorzieningen er überhaupt bestaan, waar (bij welk loket) een aanvraag ingediend kan worden en hoe dit loket bereikt kan worden (bijv. door onvoldoende digitale vaardigheden)
Ook kan het voor de burger lastig zijn om de weg te kunnen vinden in de handelingen die nodig zijn om een aanvraag te kunnen indienen (formulieren invullen, bijlagen meesturen, enz.).
Vandaar dat het zeer wenselijk is als de burger ondersteund wordt bij het vinden, bereiken en aanvragen van deze voorzieningen.
Deze ondersteuning moet persoonlijk en direct zijn, bij betrokkene thuis aan de keukentafel, samen de formulieren invullen en versturen.
Formeel zou de voorzieningenwijzer dit moeten oppakken, echter is deze voorzieningenwijzer onvoldoende bekend en werken zij veelal met telefonisch adviseren en verwijzen, en komen daarmee onvoldoende tegemoet aan de gewenste ondersteuning.
Daarom verzoeken wij het college:
Ad. 1. Maatregelen te treffen om meer bekendheid te geven aan de Voorzieningenwijzer
Ad. 2. Met de uitvoerders van de Voorzieningenwijzer in gesprek te gaan met als doel. Een dusdanige dienstverlening te bieden dat deze aansluit op de genoemde gewenste ondersteuning.
Ad. 3. De raad te informeren over de genomen acties, de voortgang en uitkomst daarvan.
Voorzitter,
Tot slot is er door het CDA een motie ingediend om de voedselbanken financieel te ondersteunen. Helaas is deze symptoombestrijding noodzakelijk zolang armoede bestaat.
Ook diverse andere organisaties zetten zich geheel vrijwillig in om mensen in armoede te helpen en in het bijzonder in deze dure decembermaand. Vandaar dat wij in eerste instantie een motie hadden ingediend om een éénmalige financiële bijdrage van € 2.500,–, uit het budget “armoedebestrijding 2022”, aan de Sociale Actie Nuth te doen.
Te bezien welke éénmalige financiële bijdrage deze vergelijkbare initiatieven kunnen ontvangen en al deze initiatieven met elkaar in contact te brengen om te bezien op welke wijzer er samengewerkt kan worden of goede ideeën met elkaar worden gedeeld.
Inmiddels zijn deze twee moties in elkaar geschoven en dat is natuurlijk prima.
Voorzitter,
Uiteindelijk gaat het er om dat wij samen, college en raad, er alles aan doen om armoede te bestrijden.
Samengevoegde motie voedselbanken 20122022 UNANIEM AANGENOMEN